Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet militaire strafrechtspraak

 

Artikel 17
1
Het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen en het gerecht in eerste aanleg van Aruba oefenen de rechtsmacht omschreven in artikel 2 uit voorzover de verdachte zich bevindt binnen het door Ons vast te stellen bevelsgebied van de hoogste bevelvoerende militair in de Nederlandse Antillen en Aruba.
2
Het gerecht in eerste aanleg van Aruba oefent de in het eerste lid omschreven rechtsmacht uit indien de verdachte zich in Aruba bevindt. In de overige gevallen oefent het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen deze rechtsmacht uit.
3
Bij het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen en bij het gerecht in eerste aanleg van Aruba zijn een meervoudige en een enkelvoudige kamer onder de benaming militaire kamers. Het lid van een enkelvoudige militaire kamer draagt de titel van militaire politierechter.
4
De behandeling van de in het eerste lid bedoelde zaken geschiedt bij uitsluiting door een militaire kamer.
5
Artikel 4 is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van zich in de Nederlandse Antillen of in Aruba bevindende personen.
6
Artikel 5, eerste en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat twee leden van een meervoudige kamer, onder wie de voorzitter, lid zijn van het Gemeenschappelijke Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, en dat de functie van militaire politierechter wordt vervuld door een lid van het Gemeenschappelijke Hof van Justitie.
7
De militaire kamers van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen zijn gevestigd op CuraƧao, maar zij kunnen zitting houden op elke plaats in de Nederlandse Antillen. De militaire kamers van het gerecht in eerste aanleg van Aruba houden zitting in Aruba.
8
Artikel 6, eerste, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de benoeming van een militair lid in de militaire kamer van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen geschiedt na overleg met de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en dat de benoeming van een militair lid in de militaire kamer van het gerecht in eerste aanleg van Aruba geschiedt na overleg met de Gouverneur van Aruba. Aan de vereisten omschreven in artikel 53, eerste lid, van de Samenwerkingsregeling Nederlandse Antillen en Aruba dient bij voorkeur te worden voldaan.
9
Op de militaire leden zijn de artikelen 54-57 van de Samenwerkingsregeling Nederlandse Antillen en Aruba en de artikelen 31-35, 37 en 39 van de Eenvormige landsverordening op de rechterlijke organisatie van overeenkomstige toepassing.
10
Artikel 6, vijfde en zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.
11
Overdracht van een zaak die in eerste aanleg bij een militaire kamer van de arrondissementsrechtbank of bij een mobiele rechtbank aanhangig is met betrekking tot een persoon die zich bevindt in de Nederlandse Antillen of in Aruba, dan wel overdracht van een zaak die bij een militaire kamer van een der genoemde gerechten in eerste aanleg aanhangig is met betrekking tot een persoon die zich niet meer in het rechtsgebied van desbetreffende gerecht bevindt, naar de in artikel 3 genoemde arrondissementsrechtbank of naar een mobiele rechtbank, kan plaatsvinden in de stand waarin de zaak zich op dat ogenblik bevindt. Uitvoering van deze overdracht geschiedt door het openbaar ministerie.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •